Rozen
Rozen worden al sinds duizenden jaren geteeld om hun schoonheid, en in de oudheid gebeurde dat in China en Afrika, door de Grieken, Romeinen en Egyptenaren.
Er zijn geen resultaten met je zoekcriteria gevonden.

Rozen worden al sinds duizenden jaren geteeld om hun schoonheid, en in de oudheid gebeurde dat in China en Afrika, door de Grieken, Romeinen en Egyptenaren. Inmiddels zijn er uit de oorspronkelijke soorten zeer veel hybriden en cultivars gekweekt, die vooral geselecteerd werden op bloemvorm, bloeiwijze, geur, groeiwijze en resistentie tegen ziekten en plagen. Ook ontstonden er zo varianten als treurrozen, stamrozen, klimrozen, dwergrozen en bodembedekkende rozen.

Rozen werden gebruikt voor rituelen en er werden tempels en paleizen mee versierd. Sommige rozen hebben een aangename geur, bijvoorbeeld Rosa gallica, Rosa alba, Rosa damascena en Rosa centifolia. Deze soorten worden gebruikt in de parfumindustrie. Rosa gallica is daarnaast van belang voor de farmaceutische industrie. De bloemblaadjes leveren diverse stoffen die voor medicinale doeleinden van belang zijn.

Van de vrucht van de roos, de rozenbottel, worden rozenbotteljam en -siroop bereid (Roosvicee). De jam is rijk aan vitamine C. Voor de bereiding van rozenbotteljam worden vooral de vruchten van de hondsroos (Rosa canina) gebruikt. Rozen zijn bewerkelijk, maar brengen toch ook veel bloempracht in de tuin. Rozen staan graag op een zonnige plek tot halfschaduw. Rozensoorten komen van nature op vrijwel heel het noordelijke halfrond voor, vooral in de gematigde streken. Duizenden jaren geleden werden al rozen geteeld in China en Afrika.

Rozen bekalken en bemesten

In een evenwichtig bemeste grond met een optimale zuurtegraad zullen je rozen probleemloos groeien en volop bloeien. Het komt er dus op aan je rozen correct te bekalken en te bemesten. Je rozen zullen het best groeien in een grond met een optimale pH of zuurtegraad (een pH tussen 6,5 en 7,5 is ideaal). Voldoende kalk in de bodem is dan ook een absolute vereiste. Zonder kalk hebben de wortels van rozen het moeilijk om voedingsstoffen uit de bodem op te nemen.

Geef jouw rozen daarom jaarlijks een voldoende dosis DCM Groen-Kalk®, een snel oplosbare korrelkalk, rijk aan magnesium. Dankzij zijn korrelvorm kan deze kalkmeststof gemakkelijk en proper worden gebruikt. DCM Groen-Kalk® verhoogt op een veilige manier de pH van de bodem waardoor de aanwezige voedingselementen optimaal kunnen worden opgenomen.

Rozen hebben een uitgebalanceerde voeding nodig!

De roos is een erg dankbare bloem, er is geen bloeiende plant die meer teruggeeft voor wat ze krijgt. De ontwikkeling van een bloeiende roos vraagt echter veel energie. Rozenstruiken zijn dan ook grote eters, die je haast nooit te veel voedsel kunt geven. DCM Organische Meststof Rozen & Bloemen is een evenwichtige rozenvoeding met een lange werking. Strooi deze meststof een eerste keer in het voorjaar. Bemest je rozen dan nog een tweede keer na de eerste bloeiperiode. Zo hebben ze weer voldoende energie om tot in de herfst nieuwe knoppen te vormen.

DCM Organische Meststof Rozen & Bloemen

Deze organisch-minerale meststof werd speciaal ontwikkeld om aan de behoeften van je rozenplanten te voldoen. Ze is rijk aan kalium voor intense bloemkleuren en sterke planten, het extra magnesium zorgt voor een diepgroene bladkleur. Omdat de voedingsstoffen in deze meststof nagenoeg niet uitspoelen, wordt het milieu niet belast en kan bovendien een lange werking van minstens 100 dagen worden gegarandeerd. Op die manier geniet je een heel seizoen lang van een schitterende bloei.

Verleng de bloei van rozen

Door de verwelkte bloemen steeds nauwgezet uit de struiken te verwijderen, kan je de bloei aanzienlijk verlengen. Verwelkte rozen wegsnijden doe je het best boven het eerste vijftallig blad. Uit de knop in de oksel zal een nieuwe bloemstengel groeien. Op voorwaarde dat de struik voldoende voedingsstoffen uit de bodem kan opnemen. Rozen zijn onder te verdelen in de volgende groepen:

  • Engelse rozen (David Austin rozen)
    De bloemen van Engelse rozen zijn moeilijk te missen, het zijn sterk geurende rozen met vrij grote gevulde bloemen. Engelse rozen (de naam doet dat al vermoeden) komen uit Engeland en daar ontwikkeld zijn door de Engelse veredelaar David Austin. Daarom worden de rozen in deze categorie ook wel David Austin rozen genoemd. Engelse rozen (David Austin rozen) zijn sterk groeiende struikrozen waarvan er ook een aantal als klimroos kunnen worden toegepast. De kleurtinten van Engelse rozen combineren zeer fraai in een vaste planten border, maar in combinatie met siergrassen ook zeer de moeite waard. Engels rozen houden van veel voeding en een rijke grond. Met deze ingrediënten is een rijke bloei gegarandeerd.

    Verzorging van Engelse rozen
    Rozen groeien bij voorkeur op een humeuze, doorlatende klei- of leemachtige grond, die niet te nat mag zijn. Ze houden daarbij van een luchtige standplaats en zonlicht, in de zomer liefst 7 uur per dag (al zijn er enkele soorten die met minder toekunnen). De planten moeten dus niet te dicht opeen geplant worden. Elk najaar kan rond de planten een flinke mulchlaag aangebracht worden van verteerde stalmest, blad, stro etc. Dit zorgt voor structuurverbetering van de grond, beschermt tegen vorst en levert de plant langzaam vrijkomende voeding op. In maart, na het snoeien, kan per plant een handvol mest gegeven worden. Hiervoor kan speciale rozenmest gebruikt worden. Ook een standaardkunstmest kan gebruikt worden, bijvoorbeeld in de verhouding stikstof, fosfor, kalium 10-12-18 waarbij per plant ook wat kieseriet (magnesiumhoudende meststof) is toegevoegd. Op rijkere gronden kan in plaats van de kieseriettoevoeging ook in juni-juli een bemesting uitgevoerd worden met patentkali. Na juli wordt niet meer bemest: de tot dan gevormde jonge scheuten moeten afharden voor de winter.

    Snoeien van Engelse rozen
    Het eerste jaar na aanplant worden in maart alle dunne takjes weggeknipt. De hoofdtakken worden teruggesnoeid tot op 4 à 5 ogen. Het hoogste oog is bij voorkeur een buitenoog. De daarop volgende jaren wordt telkens in maart eerst ziek, dood en kruisend hout verwijderd. 3 Tot 5 sterke en liefst jonge (nog niet vertakte) takken worden behouden, kaal gesnoeid en weer ingekort tot op 4 à 5 ogen. Dunne takken worden daarbij lager afgeknipt dan de sterkere takken. Al onze Engelse rozen zijn licentie gekweekt. Zo weet je dat de rozen soortecht zijn.

  • Grootbloemige roos (Theehybride rozen)
    De grootbloemige rozen die je kunt kopen bij de bloemist kun je helaas niet terug in de tuin. Bijna al deze grootbloemige rozen worden in kassen gekweekt. Deze grootbloemige rozen houden van veel meer warmte dan ons klimaat kan bieden. Eigenlijk best wel jammer, want deze grootbloemige rozen zien er vaak prachtig uit. De grootbloemige rozen (Theehybride rozen) in onze webwinkel komen echter aardig in de buurt van de rozen die je bij de bloemist kan kopen. In knop zijn de grootbloemige rozen al fraai om te zien. Soms staan ze met de bloemen vlak bij elkaar, maar meestal vaker alleen. Mooie grote bloemen die op stevige stengels staan. De bloemen van de grootbloemige rozen zijn goed te gebruiken als snijbloem. Alle grootbloemige rozen in onze webwwinkel zijn doorbloeiend. Plant de rozen minimaal in drietallen bij elkaar, dit voor een mooie volle bos rozen. In grotere groepen komen deze grootbloemige rozen ook goed tot hun recht. Als je de uitgebloeide bloemen steeds weghaalt, vormen ze steeds nieuwe knoppen, de bloei duurt zo tot in de herfst.

    Verzorging van trosrozen
    Rozen groeien bij voorkeur op een humeuze, doorlatende klei- of leemachtige grond, die niet te nat mag zijn. Ze houden daarbij van een luchtige standplaats en zonlicht, in de zomer liefst 7 uur per dag (al zijn er enkele soorten die met minder toekunnen). De planten moeten dus niet te dicht opeen geplant worden. Elk najaar kan rond de planten een flinke mulchlaag aangebracht worden van verteerde stalmest, blad, stro etc. Dit zorgt voor structuurverbetering van de grond, beschermt tegen vorst en levert de plant langzaam vrijkomende voeding op. In maart, na het snoeien, kan per plant een handvol mest gegeven worden. Hiervoor kan speciale rozenmest gebruikt worden. Ook een standaardkunstmest kan gebruikt worden, bijvoorbeeld in de verhouding stikstof, fosfor, kalium 10-12-18 waarbij per plant ook wat kieseriet (magnesiumhoudende meststof) is toegevoegd. Op rijkere gronden kan in plaats van de kieseriettoevoeging ook in juni-juli een bemesting uitgevoerd worden met patentkali. Na juli wordt niet meer bemest: de tot dan gevormde jonge scheuten moeten afharden voor de winter.

    Snoeien van grootbloemige rozen
    Het eerste jaar na aanplant worden in maart alle dunne takjes weggeknipt. De hoofdtakken worden teruggesnoeid tot op 4 à 5 ogen. Het hoogste oog is bij voorkeur een buitenoog. De daarop volgende jaren wordt telkens in maart eerst ziek, dood en kruisend hout verwijderd. 3 Tot 5 sterke en liefst jonge (nog niet vertakte) takken worden behouden, kaal gesnoeid en weer ingekort tot op 4 à 5 ogen. Dunne takken worden daarbij lager afgeknipt dan de sterkere takken. De Klassiekers zoals Rosa Just Joey en Rosa Queen Elizabeth, maar ook nieuwere selecties zoals de Rosa Nostalgie en de Rosa Black Baccara vind je terug in deze categorie

  • Heesterroos (Parkrozen)
    Heesterrozen zijn hoge en breed uitgroeiende rozen met een krachtige groei en een rijkelijke bloei. De hoogte varieert vaak tussen de 150 en 200 cm. Heesterrozen bloeien vanaf juni tot eind oktober en vormen daarna vaak mooie en opvallende rozenbottels. Heesterrozen vragen weinig onderhoud en stellen weinig eisen aan de grond. Heesterrozen zijn goed bestendig tegen ziektes. Heesterrozen zijn ideaal voor een ondoordringbare haag, maar ook als solitair in een vaste planten border.
  • Trosroos (Floribunda rozen)
    Rozen met een opgaande groeiwijze, waarbij de bloemen in bundels bijeen staan noemen we trosrozen (Floribunda rozen). De grootte van de bloem verschilt per soort. Er zijn trosrozen met kleine bloemen en soorten met grote bloemen. Ook de hoogte van de trosroos verschilt per soort. Dit heeft ook enigszins te maken met de snoeiwijze die je toepast. De selectie Trosrozen in onze webwinkel heeft weinig last van schimmels en andere plagen.

    Verzorging van trosrozen (Floribunda rozen)
    Rozen groeien bij voorkeur op een humeuze, doorlatende klei- of leemachtige grond, die niet te nat mag zijn. Ze houden daarbij van een luchtige standplaats en zonlicht, in de zomer liefst 7 uur per dag (al zijn er enkele soorten die met minder toekunnen). De planten moeten dus niet te dicht opeen geplant worden. Elk najaar kan rond de planten een flinke mulchlaag aangebracht worden van verteerde stalmest, blad, stro etc. Dit zorgt voor structuurverbetering van de grond, beschermt tegen vorst en levert de plant langzaam vrijkomende voeding op. In maart, na het snoeien, kan per plant een handvol mest gegeven worden. Hiervoor kan speciale rozenmest gebruikt worden. Ook een standaardkunstmest kan gebruikt worden, bijvoorbeeld in de verhouding stikstof, fosfor, kalium 10-12-18 waarbij per plant ook wat kieseriet (magnesiumhoudende meststof) is toegevoegd. Op rijkere gronden kan in plaats van de kieseriettoevoeging ook in juni-juli een bemesting uitgevoerd worden met patentkali. Na juli wordt niet meer bemest: de tot dan gevormde jonge scheuten moeten afharden voor de winter.

    Snoeien van Trosrozen
    Het eerste jaar na aanplant worden in maart alle dunne takjes weggeknipt. De hoofdtakken worden teruggesnoeid tot op 4 à 5 ogen. Het hoogste oog is bij voorkeur een buitenoog. De daarop volgende jaren wordt telkens in maart eerst ziek, dood en kruisend hout verwijderd. 3 Tot 5 sterke en liefst jonge (nog niet vertakte) takken worden behouden, kaal gesnoeid en weer ingekort tot op 4 à 5 ogen. Dunne takken worden daarbij lager afgeknipt dan de sterkere takken. De selectie Trosrozen (Floribunda rozen) in onze webwinkel heeft weinig last van schimmels en andere plagen.

  • Klimrozen (Leirozen)
    Het mooie van klimrozen is de zee aan bloemen die deze rozen geven in de zomer. Mooi tegen een muur, een schutting, pergola of om het tuinhuisje aan te kleden. Er zijn klimrozen met kleine en grote bloemen. De meeste grootbloemige klimrozen in onze webwinkel zijn doorbloeiende klimrozen. Deze grootbloemige klimrozen beginnen in juni te bloeien en dit blijft tot in de herfst het geval. Voor de bloei is wel beter dat je uitgebloeide bloemen van de grootbloemige klimrozen blijft verwijderen. Rambler klimrozen hebben vooral kleine bloemen, maar daarom zijn ze zeker niet minder fraai. Ramblerklimrozen zijn de sterkst groeiende klimrozen in ons assortiment en kunnen tot wel 4 à 5 meter hoog uitgroeien (Rambler klimroos kun je bijvoorbeeld ook in een hoogstam appelboom laten groeien). Ramblerklimrozen zijn zomerbloeiers en bloeien eenmalig.

    Tijdens de bloeiperiode pakt de rambler klimroos groots uit, de rijkdom aan bloemen is ongeëvenaard. De rambler klimrozen in ons assortiment stoppen daarna echter niet, we hebben een selectie gemaakt die doorbloeiend is. Zo kun je tot in de herfst genieten van de uitbundige bloei die deze rozen geven. Klimrozen klimmen niet uit zichzelf (daarom is de naam leiroos misschien wel beter). Je dient een handje te helpen door de ranken aan te binden of steun te geven. Dit kan met een gaaswerk of bijvoorbeeld een rozenboog.

    Verzorging van klimrozen
    Rozen groeien bij voorkeur op een humeuze, doorlatende klei- of leemachtige grond, die niet te nat mag zijn. Ze houden daarbij van een luchtige standplaats en zonlicht, in de zomer liefst 7 uur per dag (al zijn er enkele soorten die met minder toekunnen). De planten moeten dus niet te dicht opeen geplant worden. Elk najaar kan rond de planten een flinke mulchlaag aangebracht worden van verteerde stalmest, blad, stro etc. Dit zorgt voor structuurverbetering van de grond, beschermt tegen vorst en levert de plant langzaam vrijkomende voeding op. In maart, na het snoeien, kan per plant een handvol mest gegeven worden. Hiervoor kan speciale rozenmest gebruikt worden. Ook een standaardkunstmest kan gebruikt worden, bijvoorbeeld in de verhouding stikstof, fosfor, kalium 10-12-18 waarbij per plant ook wat kieseriet (magnesiumhoudende meststof) is toegevoegd. Op rijkere gronden kan in plaats van de kieseriettoevoeging ook in juni-juli een bemesting uitgevoerd worden met patentkali. Na juli wordt niet meer bemest: de tot dan gevormde jonge scheuten moeten afharden voor de winter.

    Hoe snoei ik klimrozen?
    De klimrozen zijn qua snoeiwensen grofweg te verdelen in 4 groepen. Niet alle klimrozen maken even gemakkelijk weer nieuwe grondscheuten. Om te weten wat je het beste kunt doen, is het dus ook weer belangrijk te weten om welk type klimroos het gaat. Bij alle rozen wordt in maart ziek, dood of kruisend hout verwijderd.

  • 'Echte' klimrozen (zoals Dorothy Perkins, Excelsa etc.)
    Ze bloeien eenmalig in juni/juli op de grondscheuten die vorig jaar gevormd zijn. Na de bloei worden alle hoofdtakken die gebloeid hebben bij de basis weggeknipt. De nieuwe scheuten die zich vanuit de grond ontwikkelen worden daarna zo horizontaal mogelijk aangebonden, en zullen het volgende jaar weer bloeien.
  • Klimrozen
    Deze rozen ontwikkelen minder grondscheuten, terwijl zich juist boven in de struik nieuwe takken vormen. Om de ontwikkeling van grondscheuten te bevorderen kunnen na de bloei in september één of twee van de oude scheuten helemaal weggesnoeid worden, terwijl de resterende 4 of 5 scheuten op circa 35 of 40 cm van de grond weggeknipt worden, net waar zich weer een nieuwe krachtige scheut ontwikkelt. Zowel de nieuwe grondscheuten als de nieuwe zijtakken worden daarna zo horizontaal mogelijk aangebonden. Bij vertakking van de nieuwe zijtakken worden de delen zo weggesnoeid dat zich weer een nieuwe doorgaande hoofdtak vormt.

    Doorbloeiende theehybriden en floribundarozen (met de toevoeging Clg, climbing in de naam) Deze rozen vormen moeilijk grondscheuten. Er moet dan ook van begin af aan een goed gestel opgebouwd worden, waarbij de zijtakken zo horizontaal mogelijk aangebonden worden. Het snoeien draait hier grotendeels om het verwijderen van de uitgebloeide zijtakjes tot op 15 cm of 3-4 ogen. Bij oude planten moeten op den duur na de bloei in oktober de zwakke of uitgeputte scheuten op enkele centimeters van de basis afgesnoeid worden, om verjonging in de rest van de plant te stimuleren.

  • Pilaarrozen
    Deze groeien doorgaans meer opgaand. In de zomer worden uitgebloeide zijscheuten ingenomen. Na de bloei in november kan op symmetrie gesnoeid worden, door enkele hoofdtakken wat in te korten. Om de groei vanaf de basis te bevorderen kunnen enkele lagere gesteltakken met 2/3 ingekort worden. De aangroei bij onze klimrozen is altijd gegarandeerd. Al onze klimrozen zijn pot gekweekt. Je kunt onze klimrozen jaarrond planten en kopen.
  • Rambler rozen of éénmaal bloeiende klimrozen
    Ramblerrozen, of eenmaalbloeiende klimrozen leveren heel veel, meestal kleine, bloemen in grote trossen die veelal uitstekend geuren. Uit de plantbasis groeien vaak sterke, lange stengels. Ze bloeien uitbundig met veel bloemen, maar slechts éénmaal per jaar. Deze rozen vormen een zeer belangrijke groep, die meer aandacht verdient in de moderne tuin. Ze zijn geschikt voor over grote bogen en pergola’s klimmend door struiken en in bomen of voor het bedekken van lelijke objecten of gebouwtjes.

    Hoe snoei ik ramblers?
    Ramblers hoeven weinig te worden gesnoeid. Je kunt ze het beste gewoon laten kruipen of klimmen. Als ze te groot worden, kun je ze naar wens terugsnoeien. Enkele oudere stengels zullen op den duur wat moeten worden ingekort. Bij de multiforaramblers moet er wat meer van de oudere takken worden ingekort en/of ingedund.

  • Bodembedekkende rozen (Laagblijvende rozen)
    Bodembedekkende rozen zijn vaak kleinbloemige roosjes die vrij laag blijven. De groeiwijze van een bodembedekkende roos is bossig en breedgespreide takjes die dicht op elkaar zitten, wanneer je ze in een vak bij elkaar aanplant zorgt deze groeiwijze (gesloten geheel) er voor dat onkruid bijna geen kans krijgt. Bodembedekkende rozen bloeien rijkelijk vanaf juni tot begin de winter. Het snoeien van de bodembedekkende rozen (in de particuliere tuin) gebeurt bij voorkeur net na de bloei, lange scheuten tot 5 cm boven de grond afknippen en de oudere takken in zijn geheel wegknippen (verjonging stimuleren). Deze bodembedekkende roosjes zijn ideaal te gebruiken als solitair of vak – beplanting in je tuin. De bodembedekkende roosjes worden ook vaak toegepast in het openbaar groen, zoals in parken, plantsoenen, vakken, taluds, bermbeplanting en langs wegen. Heesterrozen onderscheiden zich vanwege goede gezondheid, sterke groei en lange bloei. Het onderhoud is vrij simpel, één keer in de drie a vier jaar in het vroege voorjaar tot vlak boven de grond afknippen. Vanwege de sterke groei drie a vier per m2 toepassen. Heesterrozen houden niet van een arme grond.
  • Botanische rozen (Wilde inheemse rozen)
    Botanische rozen hebben een krachtige groei en een rijkelijke éénmalige lange bloei. Ze hebben in tegenstelling tot de "gewone" tuinrozen enkele bloemen. De hoogte varieert vaak tussen de 30 en 300 cm. Botanische rozen bloeien in de zomermaanden en vormen daarna vaak mooie en opvallende rozenbottels. Botanische rozen vragen weinig onderhoud en stellen weinig eisen aan de grond. Botanische rozen zijn sterk en goed bestendig tegen ziektes. Botanische rozen zijn ideaal voor een ondoordringbare haag, maar ook onmisbaar in de natuurlijke tuin of in het bosplantsoen.
  • Stamrozen(Rozen op stam)
    Voorjaar (half maart tot half april), dode, beschadigde en dunnen takken wegknippen. 5 tot maximaal 7 goede takken overhouden. De gezonde en dikke takken op 3 tot 5 ogen terug knippen (eindknop naar buiten gericht). Zomer (gedurende de bloei), uitgebloeide bloemen afknippen, daardoor ontwikkelen zich meer nieuwe bloemknoppen (wegknippen tot op het eerste vijftallige blad). Zuinig zijn op nieuwe jonge uitlopers (boven de ent), de takken voor het volgende jaar, de uitgebloeide oude takken in zijn geheel wegsnoeien. Najaar, alleen op netheid snoeien, niet noodzakelijk. De takken moeten minimaal 7 ot 9 ogen behouden. In het begin van de winter bemesten met organische mest. Wilde hout zo diep mogelijk wegknippen (te herkennen aan het kleinere vaak dofkleurig blad en vaak fijner gedoornd). Bladluis het liefst aanpakken met de larve van het lieveheersbeestje.
7871